Wanneer u het niet eens bent met een beslissing van het ABP, dan bent u verplicht om dat geschil eerst voor te leggen aan de interne Commissie van Beroep. Daar is niks mis mee, u kunt niet voor elk wissewasje naar de rechter stappen. Het voortraject van een procedure bij de rechter is dus het indienen van een beroepschrift bij de Commissie van Beroep.
Deze commissie bestaat onder andere uit een aantal externe onafhankelijke leden, die vanwege hun deskundigheid door het bestuur van ABP zijn benoemd. De externe onafhankelijke leden zijn onder meer een vakbondsman, een rechter, een advocaat en een voormalig commissaris van de koningin. De samenstelling van de Commissie van Beroep is te lezen in het jaarverslag. Het oudste lid van de commissie is 84 jaar. De voorzitter van de commissie is tevens vicevoorzitter van het ABP-bestuur, de secretaris is in vaste dienst van ABP of pensioenuitvoerder APG. Zowel voorzitter als secretaris is dus niet onafhankelijk want de slager keurt hier zijn eigen vlees. ABP bezit vrijwel alle aandelen van APG en is daarmee volledig eigenaar van APG.
De zes onafhankelijke leden van de commissie krijgt u echter nooit te zien of te spreken. Sterker, de samenstelling van de commissie die uw beroepschrift behandelt, blijft geheim, dat mag u niet weten. Op de hoorzitting zijn alleen ABP/APG-juristen aanwezig, er is niet één onafhankelijk extern lid aanwezig om te luisteren naar uw toelichting op uw beroepschrift. De ABP/APG-secretaris van de commissie geeft de onafhankelijke, externe leden een advies over hoe zij uw beroepschrift moeten beoordelen. Op zich is dat vreemd want de onafhankelijke, externe leden zijn immers deskundig en hebben geen advies nodig van de niet-onafhankelijke secretaris. Ook dat advies blijft geheim, u krijgt geen afschrift van dat advies. De beslissing op uw beroepschrift wordt ondertekend door de ABP-voorzitter van de commissie, de namen van de commissieleden die uw beroepschrift hebben behandeld, beoordeeld en besloten, blijven geheim. De beslissingen van de commissie blijven geheim en worden niet gepubliceerd.
Dit oneerlijk proces is volstrekt in strijd met de Code Pensioenfondsen, die wettelijk verankerd is in de Pensioenwet en dus ook op ABP van toepassing is. Kernbegrippen als transparantie, het voorkomen van belangenverstrengeling, het voorkomen van vooringenomenheid en integer handelen zijn in de Code Pensioenfondsen en daarmee in de Pensioenwet verankerd. In artikel 1.3 van de ABP Gedragscode wordt onder niet-integer gedrag verstaan ‘gedrag dat kan leiden tot belangenverstrengeling.’
Rechter stemt in met oneerlijk proces
Drie namen van de externe leden van de Commissie van Beroep vallen op. Dat is de heer Harry Borghouts, voormalig voorzitter van het ABP-bestuur (en daarom niet onafhankelijk), voormalig commissaris van de koningin in Noord-Holland en vooraanstaand lid van Groen Links. In 2009 kwam Borghouts onder vuur te liggen vanwege het verlies van miljoenen euro’s door de provincie, omdat de IJslandse bank Landsbanki, waarin de provincie Noord-Holland (lees: de belastingbetalers) 78 miljoen euro had geïnvesteerd, failliet werd verklaard.
Een ander extern lid van de commissie is advocaat Meindert Stelling uit Alphen aan de Rijn. Stelling werd in 2017 door het Hof van Discipline van het tableau geschrapt (hij mag geen advocaat meer zijn) omdat hij stelselmatig rechters, raadsheren en een officier van justitie beschuldigde van bedrog, misleiding en barbaarse immoraliteit. Zo zei Meindert Stelling in een strafzaak dat de advocaat-generaal in die strafzaak zich gedroeg als een ‘furchtbare Jurist onder het naziregime.’
Het volgende externe lid van de commissie, waar vraagtekens bij geplaatst kunnen worden is de heer mr. M. van Seventer, rechter bij de rechtbank Rotterdam en raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Bij rechter Van Seventer tellen fundamentele waarborgen op een eerlijk proces niet, zoals recht op wederhoor, recht op inzage of afschrift van alle processtukken, recht op een onpartijdige en onafhankelijke beoordeling, recht op transparantie. Dat Van Seventer als rechter niet wil inzien dat hij zich door ABP laat misbruiken, zet vele vraagtekens bij zijn functioneren in de rechterlijke macht. Immers, rechters dienen zich te realiseren dat het vervullen van een nevenfunctie gevolgen kan hebben voor een goede ambtsvervulling, de handhaving van onpartijdigheid en onafhankelijkheid en voor het vertrouwen in een onpartijdige rechtspraak, zo blijkt uit de Gedragscode rechterlijke macht. De schandelijke samenwerking tussen rechter Van Seventer en het ABP doet niet alleen afbreuk aan de rechten van rechtzoekende deelnemers, maar ondermijnt ook het vertrouwen in de onafhankelijke rechtspraak.
De rechtzoekende deelnemers vertrouwen erop dat zij een fair en eerlijk proces krijgen, omdat een rechter lid is van de commissie. Dat vertrouwen is misplaatst. Wanneer de commissie uw beroep heeft afgewezen, wat meestal gebeurt, dan is een rechtsgang naar de kantonrechter op voorhand vrijwel kansloos. ABP huurt de duurste advocaten in – de deelnemers betalen de rekening- en zal bij de rechter betogen dat ‘de onafhankelijke Commissie van Beroep als extern gezaghebbend orgaan’ eerder al uw claim heeft afgewezen. Daarmee staat ABP direct op een 1 – 0 voorsprong bij de rechter en is de kans groot, dat u daar ook aan het kortste einde trekt.
Frans Nijhof