Er WAZ eens…lessen uit het verleden

Auteur: prof. dr. mr. H.M. (Herman) Kappelle, bijzonder hoogleraar fiscaal pensioenrecht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

Het principeakkoord vernieuwing pensioenstelsel bevat een wettelijke verzekeringsplicht voor zelfstandigen tegen arbeidsongeschiktheidsrisico. Met mij vragen velen zich af wat dit met pensioen te maken heeft. Maar dat terzijde.

Volgens de FNV moet iedere werkende in Nederland zich goed en betaalbaar kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. En dat kan volgens de vakbeweging alleen als iedereen mee doet: jong, oud, gezond, ziek en met of zonder risicovol beroep. Én met een acceptatieplicht zodat iedereen wordt geaccepteerd en bepaalde ziektes of vormen van arbeidsongeschiktheid niet uitgesloten kunnen worden. “Zó  hoort het” volgens FNV Zelfstandigen, op fnvzzp nl. Anderen, zoals ZZP Nederland wijzen een algemene AOV-plicht voor zelfstandigen bijna unaniem af. Een opgelegde AOV-plicht is strijdig met de positie van de zzp’er als ondernemer die nu eenmaal zelf verantwoordelijk is voor de afdekking van inkomensrisico’s. “Als ondernemer regel je je eigen zaken op je eigen manier”, aldus zzp-nederland.nl

Nog weer anderen zien er een al dan niet verkapte poging in om de zelfstandigen duurder te maken, waardoor er een meer gelijk speelveld met werknemers ontstaat. Een van de voordelen als je wat ouder bent, is dat je al een hoop hebt meegemaakt. En bij het lezen van dit gedeelte van het pensioenakkoord bekroop mij dan ook een deja vu-gevoel. Hadden we niet al eens een wettelijke verzekering van arbeidsongeschiktheidsrisico’s voor zelfstandigen? Die Wet Arbeidsongeschiktheid voor Zelfstandigen (WAZ) was maar een kort leven beschoren. Ingevoerd in 1998 ging hij op 1 augustus 2004 ter ziele.

Op grond van de WAZ waren zelfstandigen van rechtswege verzekerd tegen het risico van inkomensderving ten gevolge van arbeidsongeschiktheid. De uitkering bedroeg bij volledige arbeidsongeschiktheid 70% van het inkomen met een maximum van 70% van het brutominimumloon. De veronderstelling bij het afschaffen van de WAZ was dat de particuliere markt in de vraag naar arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zou kunnen voorzien. Of die veronderstelling achteraf juist was, valt te betwijfelen. Maar, hoe komt dat? Is er sprake van onmogelijkheid om een fatsoenlijk arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten, of van onwil? In de Evaluatie Einde WAZ uit september 2009 constateren de onderzoekers dat de helft van de zelfstandigen niet verzekerd is tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid. Een percentage dat overigens opmerkelijk stabiel is; ook voor de afschaffing van de WAZ was 50% van de zelfstandigen niet aanvullend verzekerd, blijkt uit de evaluatie.

Voor we overgaan tot het opnieuw invoeren van een wettelijke verzekeringsplicht voor zelfstandigen tegen arbeidsongeschiktheidsrisico loont het de moeite lessen te trekken uit het verleden. De genoemde evaluatie is daarvoor een uitermate geschikte bron. Wist u bijvoorbeeld dat afschaffing van de WAZ in 2004 nodig en aanvaardbaar werd gevonden omdat:

  • men vond dat de keuze voor het ondernemerschap niet samengaat met een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering;
  • de verdeling van de WAZ-lasten als onevenwichtig werd ervaren; tot het minimumloon betaalde men geen WAZ premie, daarboven betaalde men een relatief hoog percentage van het inkomen;
  • men meende dat de particuliere markt in voldoende mate tegemoet zou komen aan de behoefte aan betaalde vormen van dekking;
  • er voor de degenen die om medische of financiële redenen geen toegang hebben tot een betaalbare dekking verschillende alternatieve inkomensvoorzieningen beschikbare waren of kwamen.

Van de ten tijde van de evaluatie onverzekerde zelfstandigen bestond 69% uit personen die ouder waren dan 55 jaar, of een laag inkomen hadden, of als tweede kostwinner niet volledig afhankelijk waren van hun ondernemersinkomen. De onderzoekers concluderen dan ook dat de belangrijkste reden dat 50% van de zelfstandigen niet verzekerd is, gelegen is in gebrekkige betaalmacht en/of terugvalopties, zoals een partner inkomen.

Daarbij komt dat de meeste zelfstandigen die in 2009 geïnteresseerd waren in een arbeidsongeschiktheidsverzekering een uitgebreide dekking van 70 tot 80% van hun ondernemingsinkomen. Zoals de onderzoekers terecht constateren, staat deze voorkeur in scherp contrast met wat de WAZ bood.

In 2009 werd inmiddels 84% van de  door zelfstandigen aangevraagde arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zonder uitsluitingen of premieopslagen geaccepteerd. Een percentage dat volgens de onderzoeken zelfs nog dalende was. Het grootste pijnpunt zit waarschijnlijk in de bereidheid om voor de geprefereerde polis een premie te betalen die in de buurt komt van de vraagprijs. Een bereidheid die volgens de onderzoekers ‘zeer gering’  is.

De vraag of en in hoeverre dat tien jaar later anders is, waardoor een wettelijke verzekeringsplicht voor zelfstandigen tegen arbeidsongeschiktheidsrisico wel in een behoefte voorziet en een succes wordt, is zeker gerechtvaardigd. De lessen uit het verleden kunnen de huidige beleidsmakers daarbij helpen. Kortom, kijk eerst eens wat er ooit al WAZ ……… En waarom dat er niet meer is.

Herman Kappelle